Lopen leden van de Raad van Toezicht onnodige aansprakelijkheidsrisico’s?

dinsdag 22 augustus 2023

Goed bestuur en toezicht zijn essentieel voor het goed functioneren van een organisatie. Daarom hebben veel bedrijven bijvoorbeeld een Raad van Commissarissen of een Raad van Toezicht. Nu de Wet Bestuur en Toezicht Rechtspersonen (WBTR) sinds juli vorig jaar van kracht is, is het ook voor verenigingen en stichtingen formeel mogelijk een dergelijk orgaan in te stellen. De WBTR  bepaalt wat de taak van toezichthouders of commissarissen is, maar kent ook een strenge aansprakelijkheidsnorm. In deze blog leg ik uit wat dat betekent voor wie als vrijwilliger zitting heeft in zo’n raad van een vereniging of stichting. Én hoe je een aansprakelijkheidsclaim kunt voorkomen.

Verenigingen en stichtingen hebben gemeen dat ze een specifiek - vaak ideëel - doel hebben en dat er veel vrijwilligers betrokken zijn. Dat betekent ook dat de bestuurders meestal geen professional zijn en dat het toezicht vaak wordt uitgeoefend door vrijwilligers (leden van de vereniging), die vaak niet deskundig zijn. Maar bij het besturen van een vereniging of stichting komt tegenwoordig steeds meer kijken. Denk aan administratie, huisvesting, overeenkomsten, verduurzaming, inflatie, toekomstbestendigheid, nieuwe wetgeving, etc. Daarom kan het verstandig zijn om een Raad van Commissarissen of Raad van Toezicht in te stellen die het bestuur adviseert en toezicht houdt op het beleid van het bestuur.

Aansprakelijkheid, het zal je maar gebeuren…
Met de wettelijke mogelijkheid voor stichtingen en verenigingen om een Raad van Commissarissen of Raad van Toezicht in te stellen komt wel direct één grote kanttekening. Toezichthouders hebben namelijk te maken met een wettelijke taakomschrijving en lopen een zeker aansprakelijkheidsrisico. Dat is natuurlijk niet waar je op zit te wachten als je als vrijwilliger onbezoldigd in een Raad van Toezicht plaatsneemt. Gelukkig is aansprakelijkheid goed te voorkomen.

Wanneer ben ik als toezichthouder aansprakelijk?
De wet bepaalt dat de toezichthouder gehouden is tot een behoorlijke taakvervulling. Voldoet een toezichthouder hier niet aan – met andere woorden: is sprake van een (kennelijk) onbehoorlijke taakvervulling – dan is de toezichthouder aansprakelijk. In een faillissementssituatie kan het nóg vervelender worden voor toezichthouders. Dan kunnen zij aansprakelijk worden gesteld voor het faillissementstekort. Let wel, dit kan alleen bij een (kennelijk) onbehoorlijke taakvervulling.

Wat moet een goed toezichthouder doen?
Van oudsher is de taakomschrijving van toezichthouders geregeld in de statuten van de vereniging of stichting. Daarin staat wat van een goed toezichthouder mag worden verwacht. De WBTR geeft hier iets meer richting aan: toezichthouders (dus: leden van de Raad van Commissarissen of Raad van Toezicht) hebben tot taak het houden van toezicht op de algemene gang van zaken, het adviseren en bijstaan van het bestuur en het controleren en goedkeuren van de jaarstukken. Hierbij moeten toezichthouders (enkel en alleen) het belang van de stichting of vereniging in het oog houden en waken voor tegenstrijdig belang. Deze (toch tamelijk vage) wettelijke omschrijving kan worden aangevuld of ingekleurd door taken en verantwoordelijkheden die de statuten aan toezichthouders toekennen.

Goede en slechte tijden
Om deze taken goed te kunnen uitvoeren moet het bestuur alle benodigde informatie aan de toezichthouders geven en hebben de toezichthouders (onder meer) de bevoegdheid om het bestuur te schorsen en ontslaan. Het is belangrijk om je te realiseren dat een toezichthoudende taak zwaarder wordt naarmate het slecht gaat met een organisatie. Gaat het bergafwaarts met de vereniging of stichting, dan moet de Raad van Commissarissen strenger bovenop het bestuur zitten dan in goede tijden. Tip voor toezichthouders: zorg dat er een deugdelijke administratie aanwezig is en houdt nauwgezet toezicht op de administratie en de jaarstukken die het bestuur opstelt. Als dit fout gaat, is een toezichthouder in geval van een faillissement namelijk persoonlijk aansprakelijk!

Maar de penningmeester deed dat toch?
Bij verenigingen of stichtingen met veel vrijwilligers horen we vaak dat de penningmeester of secretaris bepaalde taken uitvoerde. Let op, want dat ontslaat je als toezichthouder niet van een eigen verantwoordelijkheid! Iedere toezichthouder is zelfstandig en afzonderlijk verantwoordelijk voor deugdelijk toezicht. Dat betekent ook dat een onderlinge taakverdeling niet relevant is voor een aansprakelijkheidsclaim. Zorg er dus goed voor dat je je als toezichthouder van je taak kwijt.

Zorg dat je op de hoogte bent
De strengere regels van de WBTR  zijn op zichzelf geen ramp. Maar het is wel iets om, zeker als goed bedoelende vrijwilliger, uitdrukkelijk bij stil te staan én naar te handelen. Het is kortom belangrijk om op de hoogte te zijn van de WBTR en om te zorgen dat jouw organisatie voldoet aan alle eisen. Raadpleeg zo nodig een juridisch expert om te helpen bij het implementeren van de vereiste wijzigingen en om ervoor te zorgen dat je vereniging of stichting voldoet aan de WBTR.

Hebt u met uw medebestuursleden weleens aandacht besteed aan de risico’s die u loopt?




Roel Lammers TEN Advocaten
0412 - 61 44 43
rlammers@tenadvocaten.nl
Delen op Facebook Delen op Twitter Delen op LinkedIn